In 4 stappen richting een bikepackavontuur

Lopen, zwemmen, fietsen: Chariel doet het allemaal. Maar het liefst van al gaat ze bikepacken. Tot een paar jaar geleden wist ze niet wat het woord betekende, vandaag zou ze niet meer zonder kunnen. In deze gastblog vertelt ze hoe je het ultieme bikepacktripje plant.

Hoe het allemaal begon

Een viertal jaar geleden hadden ik en een paar vrienden het lumineuze idee om een weekendje op en af naar Spa te fietsen. Toen wist ik zelfs niet dat het woord bikepacking bestond. Het was gewoon fietsen naar een bestemming met zo min mogelijk spullen en zoveel mogelijk natuur en avontuur. 

Als voorbereiding maakten we twee verschillende routes via Strava, boekten we een hotelletje en maakten we een lijstje met spullen die we nodig hadden. Op Instagram zag ik dat je heel wat spullen kwijt kan in zo’n grote zadeltas. Die leende ik dan ook van een vriend van me.

En daar stonden we dan, klaar voor ons tweedaagse trip naar de Ardennen! Een avontuur dat zo goed meeviel dat ik onmiddellijk verkocht was. Ik wilde meer dagen fietsen en verdere reizen maken. Zonder twijfel kocht ik een volledige uitrusting om te gaan bikepacken en sindsdien heb ik al flink wat tripjes in de benen.

Wat is bikepacken?

Bikepacking is een combinatie van backpacking en biking: simpelweg rondtrekken met je rugzak en je fiets dus. Een fietsvakantie waarbij je op pad gaat met je fiets en alleen meeneemt wat je écht nodig hebt.

Tegenwoordig is het enorm populair, Instagram stroomt haast over van de bikepacking reels. Wie er wat van kent, weet dat er niet één soort bikepacking bestaat. Zelf wissel ik ook graag af tussen verschillende vormen van bikepacking.

In vier stappen richting een bikepackavontuur

Stap 1: Kies voor welk type bikepacking je gaat

Voor je beslist waar je heengaat, voor hoelang je erop uit trekt en welke spullen je meeneemt, moet je eerst weten welk type bikepacking je gaat doen. Ikzelf maak het onderscheid tussen drie types:

1. Comfort en sport

Fietsen combineren met een beetje luxe? Dan is comfort en sport ideaal. Voor deze vorm van bikepacking stippel ik altijd op voorhand uit waar ik heen wil, en boek ik slaapplekjes in een hostel, Airbnb of hotelletje (da’s de luxe). 

Niets beter dan daar toekomen na een dagje fietsen en genieten van een zalige douche, voetjes onder tafel schuiven en goed eten. En zo hoef je ook niet veel spullen mee te zeulen, want handdoeken en lakens zijn er, je kan je kleren uitspoelen in een lavabo en meestal is er ook zeep. 

2. Camping en sport

Avontuur binnen de bewoonde wereld, da’s zowat de samenvatting van camping en sport. Zelf neem ik voor dit soort tripjes mijn racefiets mee en een tent om op te zetten op een camping. 

Je maakt zo’n camping en sport zo avontuurlijk als je zelf wil: je kan een gasvuurtje en kookgerei meenemen of je kan genieten van eetgelegenheden in de buurt van je camping. 

Pro tip: zoek naar campings waar je je kan douchen en je elektronica kan opladen. 

3. Wildkamperen en avontuur

Als ik echt zin heb in avontuur, neem ik mijn gravel bike of mountainbike en alle spullen die ik nodig heb om te wildkamperen. Je kan ook gaan voor een racefiets, maar dat is iets moeilijker als je offroad wil gaan. 

Zeker als je een slaapplaats zoekt, wil je echt offroad gaan, want wie dicht bij de weg slaapt, kan al eens gewekt worden door voorbijgangers. Ver van de baan af word je soms ook gewekt door passanten, maar dan van een ander type. Zo werd ik al gewekt door een paard, een egel en een hert. 

Met deze set-up ben je supervrij en flexibel. Je kan zo lang doorfietsen als je wil of wat vroeger stoppen op een mooi plekje. Het is wel heel belangrijk dat je het juiste materiaal meeneemt. Maar geen zorgen, ik geef je in deze blog ook een hele packing lijst mee! 

Stap 2: Hoeveel tijd heb je? 

Ertussenuit voor een paar daagjes, of een week, of langer? Het kan allemaal. Je bestemming zal uiteraard wel grotendeels afhangen van de duur van je tripje, maar ik heb een aantal goeie tips!

Voor wie er een paar dagen op uit wil

Maar een paar dagen de tijd? Dan heb je twee opties. 

Optie 1: De trein op met je fiets

Ik vind het fantastisch om de trein te nemen naar het meest zuidelijke punt van Luxemburg om van daaruit mijn tripje te beginnen. Leuk weetje trouwens: in Luxemburg is het openbaar vervoer gratis, voor jou én je fiets.

Toch liever wat verder? Soms trein ik tot het zuiden van Rijnland in Duitsland en begin ik mijn tocht daar. In Rijnland neem je trouwens ook gratis de fiets mee op de trein. Voor jezelf moet je uiteraard wel een ticketje kopen.

Optie 2: Vertrek van thuis richting een bestemming

Zelf kijk ik vaak via Google Maps hoe ver het fietsen is naar de bestemming waar ik heen wil. Dan reken ik uit hoeveel uur ik wil fietsen per dag en zie ik zo hoe ver ik geraak. Belangrijk: plan voldoende tijd in voor eet- en drinkpauzes en eventuele materiaalpech. 

Oh en, het is wel fijn om je tent op te zetten als het nog licht is. Zelf heb ik eens meegemaakt dat ik mijn tent in het donker moest opzetten op een plek waar niets te vinden was. Gevolg: ik zat helemaal door mijn noodrantsoen heen. Dus, note to self: je hoeft geen 200 km per dag in te plannen. 

Heb je écht weinig tijd en zitten jouw vakantiedagen al volboekt met familievakanties? Keer na zo’n vakantie terug met de fiets, en laat iemand anders terugrijden met de wagen. 

Een week of langer bikepacken

Naar mijn ervaring geraak je op een week tijd wel met je racefiets naar Aix- en Provence (mits goede conditie) en terugkeren kan je doen met de tgv, of met de fiets, als je toch zeeën van tijd hebt. 

Als je enkel wil fietsen in de mooiste delen van Zuid-Frankrijk, kan je de trein nemen richting Dijon of Lyon en van daaruit vertrekken. Er zijn ook heel wat andere delen van Europa die mooi zijn om met je fiets te verkennen: ga vooral naar een bestemming die je aanspreekt en die aansluit bij je fietsniveau.

Stap 3: Plan je route

Wat ik geleerd heb: een goede route maakt of kraakt je fietstrip. Maar geen nood: ik heb een aantal tips voor de perfecte route.

Tip 1: Plan een route die haalbaar is met jouw fietstype 

Ga je voor technische trails in de bergen? Dat gaat alleen met een mountainbike. Blijf je op de baan? Dan zou ik je aanraden om voor een racefiets of trekkingfiets te gaan. Kies je voor de racefiets, dan zal je heel minimalistisch moeten pakken. Op een trekkingfiets krijg je al wat meer bagage mee. 

Tip 2: Zelf uitstippelen of uitgestippelde route?
Zelf je route uitstippelen of toch een uitgestippelde route volgen? Wat je doet, is afhankelijk van wat je zelf leuk vindt. Ik kom bijvoorbeeld niet graag veel andere mensen tegen op mijn route, daarom stippel ik zelf mijn routes uit. Ik geniet ook van de vrijheid van zelf routes uitstippelen via Strava, Komoot, gpx.studio of een andere tool. 

Maar wie net graag andere reizigers tegenkomt, vindt het misschien wel fijn om zo’n vooraf uitgestippelde route te volgen. En bij zo’n uitgestippelde route kom je minder vaak voor verrassingen te staan. Je vindt online heel wat uitgestippelde routes terug.

Wat je ook kiest, let erop dat je lokale of secundaire wegen kiest. Niets vervelender dan voortdurend voorbijgeraasd worden door auto’s. 

Tip 3: Check af en toe op Google Earth waar je gaat belanden

Zeker als je je route zelf uitgestippeld hebt. Zo zie je of je route toegankelijk is, want je zou niet de eerste bikepacker zijn die zich mispakt. 

In Zwitserland werd ik eens over een gletsjer gestuurd waar je onmogelijk kon fietsen.  Noodgedwongen droop ik af naar een skilift die me over de bergkam kon brengen. Helaas bleek het verboden om de fiets mee te nemen op dat oude idyllische liftje. 

Uiteindelijk ben ik toch met mijn mountainbike op de lift gesprongen toen de liftbewaker even niet aandachtig was. Maar je kan het al raden, toen ik bovenkwam stond daar een andere misnoegde Zwitser op mij te wachten… Gelukkig kwam ik er met een paar strenge woorden vanaf. Ik leerde wel een levensles: altijd je route goed checken.  

Stap 4: Tijd om je zakken te pakken

Een vraag die ik vaak krijg: wat neem je allemaal mee als je gaat bikepacken? Zelf maak ik steeds een onderscheid tussen essentials en extra’s. Afhankelijk van hoe minimalistisch ik besluit te reizen, stel ik zo mijn bagage samen. 

Hoeveel extra’s je meeneemt, hangt af van hoe licht of zwaar je wil reizen. Over het algemeen geldt wel: hoe minder kilo’s je moet meezeulen, hoe beter. Zeker als je de bergen intrekt. 

Ik ben een fervente voorstander van lightweight packing. Mijn medereizigers vinden het soms lachwekkend hoe ik alles in twee zakjes prop. Maar elke kilo telt! :-) 

(Packing list hieronder)

De ultieme packing list

• Technisch materiaal

• Reserveband
• Multitool
• Pomp
• Bandenlifters
• Plugs (als je tubeless rijdt)
• Gps
• Oplaadkabels
• Stukje tape
• Regenjas
• Helm
• Bril
• Technisch materiaal (bandje, pompje, multitool, bandenlifters, gps, oplaadkabels, stuk tape)
• Tandenborstel (ik snij de steel eraf) en tandpasta
• Zonnecrème
• Donsjas
• Minihanddoekje (20cm x 20cm)
• Short of lange legging
• T-shirt
• Onderbroek
• Eventueel slippers
• Aansteker
• Opinel
• Minislot
• Pijnstiller, you never know 

Extra’s voor op de camping:

• Tentje
• Slaapzak
• Matje
• Powerbank
• Hoofdlamp

Extra’s voor wildkamperen:

• Voldoende noodrantsoen (havermout, couscous, thee, bouillon, noten, gedroogd fruit,...)
• Gasvuurtje + gasfles
• Beker, kookpotje, lepel
• WC-papier
• Camelbag